Snel kiezen
Zoek op kleur
Zoek op kenmerk
Zoek op smaakprofiel
Zoek op prijs
Zoek op land
Zoek op herkomstgebied
Zoek op druivenras

Zo koelt u uw wijn
Voor de perfecte drinkervaring

Wijn komt het mooist tot z’n recht wanneer u ‘m op de juiste temperatuur drinkt. ‘Wit uit de koelkast, rood op kamertemperatuur’ is een bekende vuistregel, maar gaat niet altijd op. En wat wordt eigenlijk bedoeld met kamertemperatuur? Aan de hand van vier voorbeelden ontdekt u de fijne kneepjes van het koelen van wijn. Zo gaat u simpel en snel voor de perfecte wijnbeleving.

Liever te koud dan te warm

Of-ie nu te warm of te koud geserveerd wordt, in beide gevallen mist u precies de essentie van uw met zorg uitgekozen wijn. Te koud geserveerd betekent het verlies van de onderscheidende geuren en smaken. Te warm zorgt ervoor dat de wijn log en alcoholisch overkomt. Toch kunt u een wijn beter altijd iets te koud dan te warm serveren. In het glas zal de wijn vaak vrij snel opwarmen, zeker op een zonnige dag of in een warme huiskamer. U kunt het opwarmen bovendien nog iets helpen door de kelk in uw hand te houden.

Aromatisch wit: lekker koud!

Aromatische witte wijnen, zoals Riesling of Sauvignon Blanc, mogen goed koud geserveerd worden, op zo’n 7-9 °C. Dit zorgt voor een knisperend frisse smaak. Leg de wijn zo’n 45 minuten in de koelkast om deze temperatuur te bereiken.

Vol wit met eiken: koel maar niet te koud

Vollere witte wijnen met eikenhoutrijping, zoals Chardonnay of witte Rhône, mogen iets warmer geserveerd worden dan aromatische witte wijnen, op zo’n 10-13 °C. Bij te koele temperatuur gaat er teveel van de rijke smaken verloren. Leg dit type wijn 20-30 minuten in de koelkast voordat u ‘m opent.

Sappig fruitig rood: heerlijk licht gekoeld

Voor lichte, fruitige rode wijnen, zoals Bardolino, Gamay of Pinot Noir, geldt dat ze licht gekoeld het best tot hun recht komen, op ongeveer 12-14 °C. Hierdoor smaakt dit type wijn heerlijk levendig, sappig en doordrinkbaar. U kunt ook lichte rode wijn prima 20-30 minuten in de koelkast leggen.

Vol en krachtig rood: kamertemperatuur (= max. 18 ˚C)

Vol en krachtig rood kunt u het best op kamertemperatuur serveren. Maar met kamertemperatuur wordt – als het om wijn gaat – niet per se de temperatuur van de gemiddelde Nederlandse huiskamer bedoeld, maar 15-18 °C. Hou de onderkant aan voor gemiddelde, soepele rode wijnen, de bovenkant voor echt stevig rood.

Even geduld a.u.b.